Wat is een zendamateur?
Vanuit uw slaapkamer via de maan praten met iemand uit Brazilië onmogelijk? Niet voor een radiozendamateur. Radiozendamateurs, ook wel zendamateurs genoemd, houden zich bezig met het zenden en ontvangen van berichten uit de hele wereld. In Nederland zijn er zo’n 12.000 mensen die deze hobby, waarbij het experimenteren met zenders, ontvangers en radiosignalen centraal staat, beoefenen.
Radiosignalen zijn elektromagnetische golven die worden beïnvloed door zonneactiviteit en weersinvloeden. Onderzoeken en experimenten naar de voortplanting van radiogolven door de lucht onder diverse omstandigheden vormen een belangrijk onderdeel van het zendamateurisme.
Elke zendamateur heeft zijn eigen specifieke aandachtsgebied. Zo wil de één verbindingen maken over steeds groter wordende afstanden en wil een ander juist alleen maar zenders maken. Er zijn in Nederland twee grote landelijke verenigingen actief, de Veron en de VRZA (Vereniging van Radio Zend Amateurs). Deze verenigingen proberen de belangen van zendamateurs zo goed mogelijk te bewaken en te verdedigen. De verenigingen zijn ook verantwoordelijk voor het organiseren van de cursussen en examens die nodig zijn om zendamateur te worden.
Geen piraten
Een radiopiraat wordt vaak ten onrechte zendamateur genoemd. Piraten zijn, in tegenstelling tot zendamateurs, wettelijk gezien niet ter zake kundig in het gebruik van zendapparatuur, beschikken niet over de benodigde wetskennis en zijn niet geregistreerd. Piraten houden zich voornamelijk bezig met het verzorgen van radioprogramma’s en het uitzenden van muziek, niet met experimenten. Omdat piraten niet gemachtigd zijn om gebruik te maken van de frequentieruimte, zijn deze uitzendingen illegaal.
Examens
Voordat iemand zendamateur kan worden, moet hij een examen afleggen. De zendamateur laat zo zien dat hij de basiskennis van het zendamateurisme beheerst en verantwoord zijn apparatuur kan bedienen. Hierdoor wordt zo goed mogelijk voorkomen dat iemand bij het zenden storingen veroorzaakt. Storingen zijn namelijk niet alleen lastig, maar kunnen ook onveilige situaties veroorzaken, bijvoorbeeld in het luchtverkeer.
Er bestaan twee soorten examens: full en novice. Iemand die slaagt voor het full examen heeft alle rechten die er zijn voor zendamateurs. Iemand die een novice examen heeft afgelegd, heeft een beperkte bevoegdheid en mag maar een beperkt aantal frequenties gebruiken met een maximum zendvermogen van 25 Watt. Van alle beschikbare frequenties is ongeveer 6% gereserveerd voor zendamateurs.
Als iemand slaagt voor het examen, kan hij zich als radiozendamateur registreren bij Agentschap Telecom, de toezichthouder op het gebruik van frequenties. Bij de registratie krijgt de zendamateur ook een naam. Dit wordt een “identificatie” of “callsign” genoemd. Deze calls zijn internationaal vastgesteld. Ieder callsign is uniek en zorgt ervoor dat elke zendamateur herkenbaar is. Een callsign bestaat uit twee delen: een prefix, die het land aangeeft waar de amateur woont en een suffix, die het betreffende amateurstation identificeert. De prefix is meestal een combinatie van letters en cijfers. De prefix van Nederland is te herkennen aan de letter P gevolgd door de letter A t/m I en een cijfer. Een voorbeeld van een Nederlands callsign is PI4ASN.
Verbindingen
Er zijn veel verschillende manieren waarop verbindingen tot stand komen. Een van de oudste en bekendste manieren is morsecode. Deze techniek is vooral geschikt om bij moeilijke omstandigheden verbindingen te leggen. Andere soorten signalen die verstuurd worden, zijn FM, AM en televisie. Omdat radiosignalen goed te weerkaatsen zijn, kunnen zelfs de maan en meteorieten gebruikt worden als spiegel om signalen te (weer)kaatsen en verbinding te leggen.
Het systeem van naamgeving wordt over de hele wereld gebruikt. Daardoor kunnen zendamateurs zich eenvoudig internationaal bekend maken. Een met succes tot stand gebrachte verbinding heet in zendamateurjargon een “QSO”. Dit is een internationaal vastgestelde code. Internationale contacten worden vaak wederzijds bevestigd met een QSL-kaart. Dat is een ansichtkaart die de zendamateurs aan elkaar versturen waarop de datum van de verbinding genoemd wordt.
Zendamateur - Introductie
Voor een heleboel mensen is het begrip "zendamateur" nog steeds iets vreemds. Velen weten niet precies wat het inhoudt, en een uitleg begrijpen vele niet of nauwelijks. Het is ook niet iets wat je dagelijks tegen komt, alhoewel er toch zo'n 15.000 zendamateurs in Nederland zijn. Met deze pagina hoop ik een uitleg te kunnen geven, die iedereen kan begrijpen, zodat je aan het eind van deze pagina precies weet wat je kan en mag als zendamateur zijnde.
Zendamateur?
Iedereen kan zendamateur worden. Het enige wat hiervoor nodig is, is een geldige registratie bij Agentschap Telecom. Om deze registratie te krijgen, moet men eerst een examen doen. Dit examen bevat veel vragen over de technische kant van de hobby, maar ook de wettelijke regels moet men kennen. Pas dan kan men zich met succes laten registreren bij Agentschap Telecom, een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken.
Waarom een registratie?
Ruimte in de ether is schaars. Iedereen wil wel een frequentie hebben om te kunnen zenden. Dat het druk is, moge duidelijk zijn. In de ether zitten radiosignalen van radiostations, TV-signalen, GSM-signalen en zo zijn er nog honderden op te noemen. Als iedereen zomaar wat gaat uitzenden ergens, kan dit tot storing leiden. Dat moet natuurlijk niet. Daarom is het etherverkeer streng geregeld en zijn er regels en beperkingen waar men zich aan moet houden.
Mag je dan plaatjes draaien?
Nee, dat mag niet. Veel mensen verwarren de radiopiraten vrijwel altijd met dit gegeven. Een zendamateur mag geen muziek uitzenden! Men krijgt een paar zogenaamde frequentiebanden toegewezen, waarop men experimenten mag doen. Dat kan zijn gewoon een gesprekje met een medeamateur, of diverse digitale zendtechnieken toepassen zoals PSK, RTTY of SSTV. Zendamateurs moeten zich houden aan regels. Zo mag men bijvoorbeeld geen muziek uitzenden, moet men zich houden aan een maximum toegestaan zendvermogen en nog veel meer. Radiopiraten daarin tegen zijn altijd illegaal bezig en hebben geen vergunning of registratie.
Wat doe je dan precies?
Een vraag die ik regelmatig gesteld krijg. De hoofdtaak is communiceren met andere zendamateurs. De meest voorkomende manier is toch wel gewoon een praatje maken via een zender en ontvanger. Je bespreekt dan bijvoorbeeld hoe je het beste een antenne kunt plaatsen of welke zendontvanger iemand het beste kan kopen. verder wordt er ook veel technische kennis uitgewisseld over alles wat maar met de hobby te maken heeft. Er zijn een aantal rondes in Nederland waarbij een groep zendamateurs elkaar op een vaste dag en op een vast tijdstip treffen en zo hun bevindingen kunnen delen. Natuurlijk wordt er niet alleen maar over technische zaken gesproken, ook is het leuk om bekende even te spreken en bijvoorbeeld een kort verslagje te doen van de gedane werkzaamheden van de afgelopen tijd. Over zaken als godsdienst en politiek mag NIET gesproken worden en ook berichten die voor derden bestemd zijn, mogen NIET worden verspreid.
Kan ik jou ontvangen?
Niet iedereen kan de door mij uitgezonden signalen ontvangen. Zendamateurs hebben bepaalde frequenties toegewezen gekregen waarop ze mogen zenden. Je kunt mijn signalen bijvoorbeeld niet ontvangen met een standaard radio. Met een wereldontvanger kán het mogelijk wel. Mensen met een scanner maken nog meer kans om signalen van zendamateurs op te pikken.
Het doel
Je mag met een registratie experimenten doen, zo staat het officieel beschreven. Het is een experimentele hobby die veel kanten op kan. Je kan en mag zelf zendapparatuur bouwen of aanpassen bijvoorbeeld. Er zijn diverse verenigingen die van alles organiseren. Zo is er bijvoorbeeld een speciale "antenne-meetdag" om zelfgebouwde antennes te testen op hun werking. Ook zijn er diverse beurzen in het land, waar van alles te koop is, zoals nieuwe apparatuur, onderdelen, antennes en noem maar op. Via de verenigingen worden ook vaak cursussen gegeven. Om hieraan mee te doen is vaak een lidmaatschap bij de vereniging verplicht. Maar, lid worden is niet verplicht en op internet is ook genoeg informatie te vinden, zijn er schema's beschikbaar om zenders aan te passen bijvoorbeeld en kun je meedoen op diverse forums waar andere amateurs elkaar treffen.
Maar je mag ook gewoon een praatje maken via de toegewezen frequenties of met de computer draadloos data verzenden en ontvangen. Alles wat je doet, doe je in het kader van "experimenteel onderzoek".
Wat mag je als Zendamateur?
Dat hangt van de registratie af. Voor zendamateurs zijn er twee verschillende registraties mogelijk. Hieronder even een overzichtje.
- De N-registratie - Deze registratie, ook wel de Novice genoemd, is een leuke opstap voor een zendamateur. Men kan hiermee aardig uit de voeten en landelijk verbindingen maken met andere amateurs. Men mag sinds juni 2003 de gehele 2meter en de gehele 70cm band gebruiken en sinds eind 2006 ook op een paar HF-banden uitkomen. SSTV, packet-radio, RTTY, morse, phone, en nog veel meer toepassingen behoren tot de mogelijkheden. Het maximale vermogen is 25 Watt en alle modulatievormen zijn toegestaan.
- De F-registratie - Deze registratie kent meer mogelijkheden als de N-registratie, sterker nog, men mag uitkomen op alle frequenties die zijn toegewezen aan radioamateurs. De vermogens liggen ook hoger dan bij de N-registratie, met een maximum van 400 Watt.
Roepletters
Zendamateurs hebben roepletters, ook wel een call of callsign genoemd. Deze roepletters bestaan uit twee letters, gevolgd door een cijfer, gevolgd door twee of drie letters. Zo heb ik de roepletters PA4JAM (F-registratie). Roepletters kun je zelf aanvragen, of je krijgt ze van Agentschap Telecom, die de registraties beheerd. De roepletters bestaan uit een prefix en een suffix. De prefix zijn de eerste drie tekens, de suffix de laatste drie. Hieronder een overzicht van de prefix van roepletters:
Als men zelf de roepletters kiest, heeft men de keuze uit:
- N-registratie: PD2 t/m PD5, PD7 t/m PD9.
- F-registratie: PE0 t/m PE5, PE7 t/m PE9, PH0 t/m PH5, PH7 t/m PH9, PA1 t/m PA5, PA7 t/m PA9, PB0 t/m PB5, PB7 t/m PB9, PC0 t/m PC5, PC7 t/m PC9, PF0 t/m PF5, PF7 t/m PF9, PG0 t/m PG5, PG7 t/m PG9.
Als men geen keuze maakt, dan worden de roepletters door Agentschap Telecom toegewezen.
De prefixen zien er dan alsvolgt uit:
- N-registratie: PD0, PD1.
- F-registratie: PE0, PE1, PA0, PA2, PA3,
Maar behalve deze, zijn er nog meer prefixen beschikbaar, voor bijvoorbeeld repeaters of onbemande packet-stations. Deze vallen echter buiten beschouwing op deze pagina.
Wat mag je met de F-registratie?
De belangrijkste vraag op deze pagina. Je mag met een F-registratie o.a op HF in phone, digitale modes of CW verbindingen maken met andere amateurs over de gehele wereld. Daarnaast kan je o.a packet-radio bedrijven, SSTV, RTTY, verbinding maken met of via amateursatellieten, praten via de repeaters op de 2-meter-band en de 70cm band of amateur TV bedrijven. Veelal kun je nog meer doen, maar dit zijn even de hoofdzaken.
Kun je aparte verbindingen maken?
Een verbinding maken over land, van stad naar stad, dat moet niet moeilijk zijn. Maar wat dacht je van een verbinding met het ISS? Het International Space Station wat in de ruimte vliegt? Het station vliegt op zo'n 380 a 400km hoog en draait zo'n 16 rondjes om de aarde per dag!
Wat zijn Repeaters?
Repeaters, het woord zegt het al, herhalers. Op de 2-meterband zitten er ongeveer 20, op de 70cm-band iets meer. Repeaters doen niets anders dan informatie (veelal spraak) doorzenden. Je zend een signaal met spraak naar de repeater, en die zend het op een andere frequentie weer uit.
Een voorbeeld: Ik zit in Wijk bij Duurstede. Ik kan met mijn portofoon de repeater in Hilversum, PI2NOS, nèt bereiken. Het station wat ik wil roepen zit in Naarden, maar die kan mij niet direct ontvangen. Welnu, ik praat in op de ingang van de repeater, in dit geval op 431.725MHz. De repeater hoort mij en zend mijn spraak nu ook uit via de 430.125MHz (dus 1,6 MHz lager). Op deze frequentie hoort iedereen in de wijde omtrek mijn signaal en dus hoort de persoon in Naarden mij ook. Omgekeerd werkt het precies hetzelfde.
Zo zie je maar, met een klein vermogen, van zelfs een half Watt, kun je al een heel eind komen.
Packet Radio?
Packet Radio valt onder de digitale technieken. Met een computer en een modem zend je een signaal uit en dat ontvangst een ander weer die ook een modem en een computer heeft. Modemtoontjes bestaan bij een standaard 1k2-signaal uit 1200 en 2200 Hz. Dit kunnen de meeste zendontvangers wel verwerken en dus zal een 1k2-signaal vrijwel altijd snel werken. Op de 2meter-band wordt er voornamelijk met 1k2 gewerkt waarbij 1k2 de snelheid aangeeft, in dit geval 1200 baud.
Andere snelheden zijn 2k4, 4k8 en 9k6. Voorts zijn er nóg hogere snelheden haalbaar zoals 19k2 of 78k8. Voor deze laatste twee opties moeten de zenders en ontvangers echt goed aangepast worden en moet er voldoende bandbreedte beschikbaar zijn om met deze snelheden te werken.
Op de 70cm-band vindt je vaak een combinatie van snelheden, veelal 1k2, 4k8 of 9k6. Op hogere frequenties, zoals de 23cm-band en de 13cm-band, kom je snelheden tegen van 19k2 of 78k8. Packetradio is een modus waar je eindeloos mee kan experimenteren en werkt via het AX.25 protocol. Schema's voor allerlei soorten modems zijn genoeg in omloop en een klein groepje amateurs spant zich dagelijks in voor het packetnetwerk wat voor een groot deel in het land dekking heeft.
Toen er nog geen grootschalig internet beschikbaar was voor de particulier, werden schema's en technische informatie uitgewisseld via zogenaamde BBS'en. Deze Bulletin Board Systems huisveste een boel informatie zoals schema's, handleidingen, modificaties en nog veel meer. Met de komst van internet raakt packetradio steeds meer en meer in de verdrukking. Op bepaalde websites is zoveel informatie te krijgen, dat een bezoek aan een BBS op packet geen zin meer heeft. Informatie en schema's via internet is sneller gedownload en bovendien wordt er informatie in grotere aantallen aangeboden.
APRS
APRS (zie elders deze website) is een digitale techniek die eveneens werkt met een 1k2-signaal
Modulatievormen?
In de amateurwereld kent men veel modulatievormen, ook wel "Klasse van uitzending" genoemd. De bekendste is de FM modulatie, die ook gebruikt wordt bij radiostations. AM kent men waarschijnlijk ook wel. Minder bekend zijn termen als SSB, wat staat voor Single Side Band, die weer is onderverdeeld in USB (Upper Side Band) en de LSB (Lower Side Band). Zo zijn er nog meer modulatievormen, welke niet allemaal beschreven zullen worden op deze pagina. In de voorschriften staan deze modulatievormen beschreven.
Welke frequenties?
Als zendamateur krijg je het recht om bepaalde frequenties te mogen gebruiken. Als beginnend zendamateur mag je maar een klein deel van deze frequenties gebruiken. Hieronder het schema welke frequenties je mag gebruiken als je de F-registratie hebt. Het maximale vermogen op alle frequenties is 400 Watt en er gelden geen beperkingen ten aanzien van de klasse van uitzending.